Van A naar A+ of door naar B?
Veel organisaties staan aan het begin van een nieuw jaar met een belangrijke keuze: verbeteren wat je al doet (van A naar A+), of kiezen voor een totaal nieuwe koers (naar B). Beide opties vragen inzet, maar de sprong naar B vergt iets extra’s: durf, visie en een sterke leider die mensen in beweging brengt.
Werken met de onderstroom
De keuze tussen A+ en B lijkt een kwestie van strategie, maar op een dieper niveau raakt het aan de dynamiek van het systeem. Organisaties zijn netwerken van relaties, gewoontes en onbewuste patronen. Als je naar B wilt, moet je begrijpen wat er speelt in de onderstroom en hoe dit je beweging kan versterken of blokkeren.
1. Het loslaten van A: ruimte creëren
Van A naar B gaan betekent dat je afscheid neemt van het bekende. Dit is niet alleen een rationeel proces, maar ook een emotioneel en relationeel vraagstuk. Volgens de systemische benadering kun je pas ruimte maken voor iets nieuws als je het oude erkent. Wat heeft A jullie organisatie gebracht? Welke successen en veilige structuren mogen erkend en misschien zelfs geëerd worden voordat ze worden losgelaten? Zonder deze erkenning blijft het systeem vaak vastzitten in het oude.
2. Een gedeelde visie als ankerpunt
Het verlangen naar B moet niet alleen helder zijn voor jou als leider, maar voor het hele systeem. In systemische termen creëert een gedeelde visie ordening: iedereen weet waar de beweging naartoe gaat en wat zijn of haar plek in die beweging is. Deze helderheid helpt om twijfel en weerstand te verminderen, omdat het systeem voelt dat er een gezamenlijke richting is.
3. Weerstand als signaal
Wanneer je naar B wilt, is weerstand onvermijdelijk. Systemisch gezien is weerstand geen vijand, maar een signaal van een dynamiek die aandacht nodig heeft. Misschien voelt een deel van de organisatie zich niet gehoord of zijn er zorgen over stabiliteit. Als leider kun je weerstand zien als een uitnodiging om deze spanningen te onderzoeken. Door erkenning te geven, creëer je ruimte voor beweging.
Lef: de sprong wagen
Daarbij vraagt het om lef. Naar B gaan betekent risico’s nemen: oude patronen loslaten, onbekende terreinen betreden en keuzes maken die niet altijd populair zijn. Dit lef gaat verder dan het nemen van zakelijke risico’s. Het gaat ook om het durven doorbreken van (systemische) patronen die beweging blokkeren, zoals onuitgesproken conflicten of een cultuur van vermijding.
Energie: de kracht van de voorlopers
Tot slot is er energie nodig. Systemisch gezien komt energie vrij door te werken met de koplopers in je organisatie – de 20% die bereid is om in beweging te komen. Richt je op hen en geef ze verantwoordelijkheid. Deze koplopers creëren het momentum dat nodig is om de middenmoot mee te krijgen.
De sprong van A naar A+ voelt comfortabel, maar echte transformatie ligt in de sprong naar B. Dit vraagt niet alleen om strategie, maar om systemisch inzicht: het zien en benutten van de dynamieken binnen je organisatie.
Hoe groot durf jij te dromen? Ben je klaar om A los te laten en de stap naar B te zetten – met het hele systeem in beweging?